Onderwijs

Pedagogiek: Aandacht voor het kind

Kinderen leren van elkaar, van volwassenen en hun omgeving. Als volwassen begeleider van het kind creëer je situaties waar kinderen zichzelf mogen zijn, zich mogen laten horen en waar ze zich kunnen uiten. Om dit te kunnen doen moet je de kinderen ‘echt zien’ en goed leren kennen. Op Klein Amsterdam doen we dit door bewust te kijken en te luisteren. Door het kind te zien voor wie hij/zij is spelen wij in op de ontwikkeling van het individuele kind. De leerkracht -als mentor/co-lerende/coach/begeleider/onderzoeker- ondersteunt het kind in het leerproces met aandacht en oeverloos geduld.

De pedagogische benadering van Reggio Emilia is leidend  voor ons pedagogisch handelen. Deze benadering is oorspronkelijk ontwikkeld voor de omgang met het jonge kind, van 0 tot 7 jaar. Bij Klein Amsterdam -evenals op vele scholen wereldwijd- passen wij deze pedagogische benadering toe op alle leeftijden.

Opvang

De opvang is een integraal onderdeel van Klein Amsterdam en deelt de visie en het pedagogisch beleid van het onderwijs van Klein Amsterdam. De teamleden die samen met de groepsleerkrachten de 'tussenschoolse opvang' (tso) verzorgen, zijn er ook voor de 'buitenschoolse opvang' (bso). Het merendeel van deze teamleden zijn vakleerkrachten uit de wereld van beeldende vorming, theater en dans, alsook pedagogisch medewerker, enz. Kinderen denken -afhankelijk van hun leeftijd- actief mee over de samenstelling van het bso-programma.

De lunchpauze, oftewel tso, wordt door onderwijs- en opvang teamleden verzorgd. Groepsleerkrachten lunchen samen met de kinderen in hun basisgroep, vakleerkrachten en pedagogisch medewerkers spelen/sporten (buiten) met de kinderen.
Na schooltijd start de bso die inpandig is; een vertrouwde en vanzelfsprekende plek binnen Klein Amsterdam.

Het vroeg- en voorschoolse onderwijsprogramma voor 2 tot en met 4 jarigen is gestart in maart 2023.

Communicatie & eigenaarschap

Communicatie is een sleutelwoord in het pedagogisch handelen en klimaat op Klein Amsterdam. Een kind is aangewezen op communicatie met de ander en met de wereld.

Door te communiceren en ideeën te delen krijgt kennis voor leerlingen betekenis en ontwikkelen zij hun denken, inzicht en begrip. Daarom is ook samenwerkend leren in projecten en op andere momenten essentieel voor de leerervaringen van de kinderen op Klein Amsterdam.

Door doelen op een begrijpelijke manier te delen met het kind of zelfs gezamenlijk op te stellen en te communiceren over wat je doet, geef je het kind eigenaarschap van het eigen leerproces. Hierdoor waken we ervoor dat het enorme potentieel van kinderen ergens onvolgroeid zal raken doordat een (eind)doel voor hun leren is vastgesteld.

Zicht op kinderen en digitale ondersteuning

jeelo

Om de ontwikkeling en het leerproces van de kinderen zo goed mogelijk te kunnen volgen en ondersteunen werken we planmatig en registreren we de groei en ontwikkeling van de kinderen. Dit doen we onder andere in de digitale leeromgeving voor ons projectonderwijs (Jeelo) van Klein Amsterdam waar ieder kind zijn/haar ontwikkeling zelf kan volgen. Dit implementeren we stap voor stap. Online zorgt Jeelo voor:

  • Leerroute planner: Individuele leerroute op maat met extra oefening of uitdaging, extra kennisdoelen of vaardigheden.
  • Overzichtelijk (leerling-)volg(-jezelf-)systeem: Leerkracht kan op elk moment zien hoe ver elk kind is gevorderd. Zowel het kind als het onderwijsteamlid kunnen de gemiddelde scores zien voor de kennisgebieden en competenties per leerjaar.
  • Portfolio digitaal: Kinderen kunnen projectresultaten, zoals foto van een werkstuk, een filmpje of tekst met een reflectiebeschrijving opslaan. Dit portfolio wordt van groep 1 tot en met 8 bewaard en ouders kunnen meekijken wat hun kind op school doet. Het vormt een onderdeel van alle documentatie en inzichten die bijvoorbeeld nodig zijn voor het maken van een verantwoorde keuze voor het voortgezet onderwijs van een kind.
  • Differentiatie: Ieder kind werkt tijdens het project aan diens kennislijnen en competentielijnen. Per kind wordt per ontwikkelingslijn bekeken waar hij/zij aan toe is. De groepsleerkracht stelt in overleg met het kind een leerroute samen. Zo wordt er optimaal gedifferentieerd en kun je groepsdoorbrekend werken.


PARNASSYS

Naast Jeelo gebruiken we het leerlingvolgsysteem ParnasSys waarin we elementen van de ontwikkeling van het kind registreren en waarin zijn/haar ontwikkeling wordt vergeleken met die van zichzelf - zijn/haar eigen groei, onder meer met als doel aansluiting en aanpassing van aanbod, verantwoording naar de ouder(s)/verzorger(s). 

GOOGLE WORKSPACE FOR EDUCATION

Google Workspace for Education faciliteert ons in het samen werken aan en vastleggen van allerlei soorten documenten en media, samen te leren en te communiceren.

Ondersteuning en passend onderwijs 

Naast het inwinnen en raadplegen van advies van collega's en overleg met specialisten in het onderwijsteam door de groepsleerkracht/mentor van het kind, zijn er vaste momenten waarin het Leer & Ontwikkel Team* nagaat of alle mogelijkheden voor basis- en extra ondersteuning worden benut. Dit wordt zo nodig ook samen met de onderwijsexpert van het samenwerkingsverband (SWV) gedaan. Het SWV wordt gevormd door reguliere en speciale scholen waarin afspraken worden gemaakt over de ondersteuning van kinderen om ze zo allemaal daadwerkelijk een goede onderwijsplek te kunnen bieden.

In het Schoolondersteuningsprofiel (korte versie, zie SOP op deze site) en Schoolondersteuningsplan (uitgebreide versie SOP) van Klein Amsterdam staat beschreven -o.a. aan de hand van de onderwijsroute- hoe wij de ondersteuning van onze kinderen in het onderwijs vormgeven, hoe wij zorgdragen voor ‘inclusief onderwijs’ en welke expertises wij in huis hebben, dan wel buitenshuis vinden en betrekken.
Klein Amsterdam staat in principe open voor alle kinderen. Om je op onze school te kunnen ontplooien moet je uit kunnen groeien tot iemand die redelijk zelfstandig kan functioneren.

Het college van bestuur van de stichting ziet erop toe dat Klein Amsterdam voldoet aan de basisondersteuning -dit volgens het referentiekader- zoals beschreven in het SOP dat leidend is.

Kinderen die een extra ondersteuningsbehoefte hebben worden gevolgd met een groeidocument. De onderwijsexpert is ook de brug naar eventuele gespecialiseerde extra ondersteuning.

Als wij de noodzakelijke ondersteuning aan een leerling niet kunnen bieden, zullen wij in goed overleg met de ouders ervoor zorgen dat het kind een onderwijsplek krijgt op een school waar deze ondersteuning wel kan worden geboden.

* Leer- & ontwikkel specialisten, Pedagogista, directie

“Ik weet het niet dus ik kom er wel achter…”
vrij naar Pipi Langkous

Leren zichtbaar maken: Observatie, documentatie en toetsing

De werken, ideeën, gevoelens, interacties, gedachten en dergelijke van kinderen observeren wij en reflecteren met hen hierop. We documenteren het essentiële dat de groei en ontwikkeling van kinderen inzichtelijk maakt voor henzelf, voor ouders, het schoolteam en andere betrokkenen. Zo maken wij het leren en onderwijzen bespreekbaar tussen school, ouders en kinderen.

We maken serieus werk van documentatie dat een belangrijk aspect is van onze pedagogische benadering Reggio Emilia. De documentatie vindt plaats voor de hele groep (bijvoorbeeld d.m.v. documentatiewand(en) in de groepsruimte of tentoonstellingen in school) en voor het individuele kind (bijvoorbeeld in het kindportfolio). Het draagt bij aan de kwaliteit van ons onderwijsaanbod, en dus aan de ontwikkeling van de kinderen op diverse manieren zoals:

1. Verrijking en verbetering van het leren

Het draagt bij aan uitgebreider en diepgaander leren van kinderen over hun eigen en andere projecten, als ook ander werk, speel- en leerervaringen. Door te documenteren worden kinderen nog nieuwsgieriger, geïnteresseerder en gaan ze nadenken over wat ze hebben gemaakt en bereikt. Het documentatieproces alleen al geeft de mogelijkheid om hun nieuwe ontdekkingen te verklaren, verdiepen en versterken.

2. Waarde en belang hechten aan de ideeën en werken van kinderen

Zorgvuldige en aantrekkelijke documentatie/presentatie laat kinderen zien dat hun inspanningen, intenties en ideeën serieus worden genomen.

3. Planning, evaluatie en reflectie

Het onderwijs vergt continue planning, zeker ook ons projectonderwijs, gebaseerd op de evaluatie en reflectie van het werk waarmee kinderen bezig zijn. Onderwijsteamleden doen dit dagelijks door middel van nakijken, vragen stellen en in gesprek gaan met kinderen over hun ideeën en mogelijkheden voor nieuwe opties, onderzoeken en experimenten. De kinderen doen dit ook zelf - met elkaar en in samenspraak met de volwassenen.

Het onderwijs vergt continue planning, zeker ook ons projectonderwijs, gebaseerd op de evaluatie en reflectie van het werk waarmee kinderen bezig zijn. Onderwijsleerteamleden doen dit dagelijks door middel van nakijken, vragen stellen en in gesprek gaan met kinderen over hun ideeën en mogelijkheden voor nieuwe opties, onderzoeken, experimenten. De kinderen doen dit ook zelf - met elkaar en in samenspraak met de volwassenen.

4. Ouderbetrokkenheid, -participatie en -waardering

De documentatie maakt het mogelijk voor ouders om meer vertrouwd te raken met en groter bewustzijn te hebben van de school- en leerervaringen van hun kinderen. Ze nemen een meer nieuwsgierige houding aan ten opzichte van deze ervaringen, dragen ideeën aan voor het onderwijsleeraanbod, helpen door een rol uit te voeren in het onderwijsleerteam of leveren praktische hulp. Daarbij heronderzoeken ouders ook eerder hun veronderstellingen m.b.t. hun rol als ouder en hun ideeën over deze ervaringen van hun kinderen.

5. Bewustzijn van onderzoek en proces door onderwijsleerteam

Documentatie is een belangrijk middel voor het team om hun aandacht en focus voor de ontwikkeling van de kinderen te onderzoeken, aan te scherpen en te focussen. Het verdiept hun begrip en inzicht in de ontwikkeling van de kinderen meer dan het enkel nakijken van toets resultaten. Het is een basis voor aanpassing en heroverweging van onderwijs-/leerstrategieën, bron aan ideeën voor nieuwe wegen om het leren en de ontwikkeling van de kinderen te ondersteunen. Het geeft de mogelijkheid om van ieder kind zijn/haar authenticiteit en unieke ontwikkeling te zien en volgen.

Documentatie is een belangrijk middel voor het team om hun aandacht en focus voor de ontwikkeling van de kinderen te onderzoeken, aan te scherpen en te focussen. Het verdiept hun begrip en inzicht in de ontwikkeling van de kinderen meer dan het enkel nakijken van toets resultaten. Het is een basis voor aanpassing en heroverweging van onderwijs-/leerstrategieën, bron aan ideeën voor nieuwe wegen om het leren en de ontwikkeling van de kinderen te ondersteunen. Het geeft de mogelijkheid om van ieder kind zijn/haar authenticiteit en unieke ontwikkeling te zien en volgen.

6. Leren zichtbaar maken

Documentatie geeft informatie over het leren en de groei van de kinderen dat niet (allemaal) kan worden getoond door de formele gestandaardiseerde toetsen en checklijsten** die worden gebruikt in het basisonderwijs. Terwijl we ook continue door middel van observatie van kinderen belangrijke informatie en inzicht verkrijgen, levert deze documentatie -door middel van de inzet van een breed scala aan media- een overtuigend bewijs van de intellectuele kracht van kinderen.

Voor de toetsing aan de hand van gestandaardiseerde toetsinstrumenten en checklijsten, naast de proeven en bewijzen in het kader van de projecten, maken we gebruik van IEP toetsen voor taal- en rekenvaardigheid. We gebruiken ook het IEP 'self-assessment' instrument waarmee de leerling inzicht krijgt in zijn eigen sociaal-emotionele ontwikkeling, leeraanpak en creatief vermogen. Daarnaast meten we met behulp van de DMT (Drie-Minuten-Toets) hoe nauwkeurig en hoe snel kinderen kunnen lezen.  
Voor kleutergroepen hanteren we observatiecriteria om te zien of kinderen rijp zijn om naar het derde leerjaar te gaan.

    Onderwijspartners en ouders

    Om te kunnen ‘leren in de tussenruimte’ ontwikkelen wij samen -in co-creatie met mensen van binnen en buiten- ons onderwijsprogramma. Daarvoor gaan wij ook intensieve, duurzame en vernieuwende samenwerkingen aan. Dat doen we met partners in het onderwijs, zoals o.a. via de Jeelo-Community en haar expertgroepen en partners uit allerlei andere sectoren in met name de buurt, de stad maar ook (ver) daarbuiten.

    Ouders zijn voor ons ook heel belangrijke onderwijspartners. De betrokkenheid van ouders speelt op drie terreinen: bij allerlei hand- en spandiensten, op bestuurlijk gebied, en wat ons vooral bijzonder maakt, in educatief partnerschap -co-creatie met ouders t.a.v. ons projectonderwijsprogramma en de school-. Het gezin, de buurt, het werk en het netwerk zien we als waardevolle partnerschappen om onderwijs te ontwikkelen en een lerende schoolgemeenschap te zijn.

    Ontwikkelingslijnen

    Leren is een gevolg van denken. Daarom maken we kinderen bewust van hun denkproces. Zo werken we aan een denkcultuur. We gebruiken hierbij de basis van de ‘Design Thinking’ aanpak om kinderen hun ideeën te laten vinden en ontwikkelen. Hierbij gaan we uit van 5 fasen in ‘het ontwerpproces’:

    1. Onderzoek: ‘Ik heb een uitdaging. Hoe benader ik deze?’
    2. Interpretatie: ‘Ik heb iets geleerd. Hoe verklaar ik dit?’
    3. Idee: ‘Ik zie een kans. Wat creëer ik?’
    4. Experiment: ‘Ik heb een idee. Hoe realiseer ik dit?’
    5. Evolutie (of Ontwikkeling): ‘Ik heb iets geprobeerd. Hoe maak ik dit?’

    De design-thinking aanpak hanteren we ook bij het vinden en ontwikkelen van ideeën ten behoeve van ons onderwijsprogramma, het leren, de schoolorganisatie en de gemeenschap van Klein Amsterdam.

    In basisgroepen (bestaande uit twee leerjaren) en daarbinnen, plus over meerdere basisgroepen heen in diverse leergroepen (samengesteld naar bijvoorbeeld cognitie, te bereiken vaardigheidsdoel, of ander leerdoel), werken de kinderen aan taal, rekenen, andere kennisdomeinen en hun competenties (vaardigheden). Deze laatste twee worden vormgegeven aan de hand van de doorlopende ‘kennis- en competentielijnen’ over de 12 projecten van ons onderwijsprogramma en sluiten aan op de verplichte vakken. De toegepaste kant van taal en rekenen komt ook aan bod in de projecten die voor het hele jaar vaststaan en worden verdiept naar aanleiding van de leerbehoeften van de kinderen en verrijkt op basis van de actualiteit. Alle kennisdomeinen en vaardigheden dekken de kerndoelen die door de overheid zijn vastgesteld. Lees verder over ons projectonderwijs onder 'Ritmes van Klein Amsterdam'.

    Ritmes van Klein Amsterdam


    Ritme van het jaar

    Ons projectmatig werken (project-based learning, ofwel PBL) bepaalt het ritme over twee leerjaren. De inhoud van ons projectonderwijs bestaat uit 12 projecten voor groep 1 tot en met 8. Dit betekent 6 projecten per jaar die worden verdeeld over twee keer 3 projecten die goed en logisch op elkaar aansluiten. Ieder project valt binnen een periode (= van vakantie tot vakantie). Alle groepen zijn tegelijk met hetzelfde project bezig en daarbinnen is -conform de doorgaande leerlijnen- de focus van het project per twee leerjaren verschillend met een steeds verdere verdieping en verrijking per jaar. Dus de kinderen doen binnen hun basisschoolperiode elk project 4 keer, steeds op zijn/haar eigen niveau. De projecten beginnen met een gezamenlijke start en eindigen met een gezamenlijke afsluiting. Naast deze projecten zijn het leren van de voorwaardelijke vaardigheden taal en rekenen ook bepalend voor het jaarritme om de gestelde doelen per kind per jaar te bepalen en bereiken. Deze vaardigheden worden op twee manieren aangeboden: via een taal-, en rekenmethode om de ‘theoretische kennis’, automatisering, e.d. goed te beheersen op eigen niveau. De ‘toegepaste kant’ van beide vaardigheden, inclusief de voor Klein Amsterdam derde voorwaardelijke vaardigheid van de ‘kunst van het spreken’, zijn geïntegreerd in de 12 projecten. Daarnaast zijn eveneens momenten van de verjaardag van de stad Amsterdam, de seizoensvieringen en andere evenementen bepalend voor het ritme van een jaar.

    Ritme van de week

    Op Klein Amsterdam start een project meestal op woensdag, en de afsluiting is ook op woensdag. Op vrijdag ontvangen de kinderen een weekendvraag in het kader van het lopende project, of nemen ze iets mee naar huis waar thuis over kan worden gesproken of iets mee kan worden gedaan. De grenzen tussen thuis en school proberen we hiermee enigszins te vervagen. Het is geen verplichting en het kind moet zich vrij voelen in het weekend, wel geeft het aan dat leren nooit stopt en het zorgt voor betrokkenheid van ouders bij de leer- en ontwikkel ervaringen van hun kinderen.

    Ritme van de dag

    We hebben een dagritme waarbij we starten en afsluiten met ‘Bewegen of Stilstaan’, waarbij vanaf leerjaar 3 eerst nog de dag begint met lezen in stilte. In de ochtend werken de kinderen aan hun basisvaardigheden en op sommige dagen deels met het project. In de middag wordt het project vervolgd, in de vorm van een klein of groot atelier (in leergroepen afhankelijk van het onderdeel/onderwerp van het lopende project). De ateliers worden door kunstvakleerkrachten, -specialisten en/of groepsleerkrachten gegeven.

    Leerinhoud

    Projecten

    In de projecten waarmee we werken zijn 6 maatschappelijke uitdagingen verwerkt waarvoor de kinderen staan, nu en in de toekomst. Deze uitdagingen zijn gebaseerd op de duurzaamheidthema’s van de Verenigde Naties: Mensen, Planeet, Welvaart en Organisatie. Hieraan hebben we specifieke Klein Amsterdam uitdagingen toegevoegd. De kinderen worden in de projecten uitgedaagd om te werken aan:

    1. Persoonlijke ontwikkeling: voelen zich verantwoordelijk om zichzelf te ontwikkelen.
    2. Nemen van verantwoordelijkheid: voelen zich verantwoordelijk voor het welzijn en de welvaart van zichzelf.
    3. Maatschappelijk betrokkenheid: voelen zich betrokken bij het welzijn en de welvaart van iedereen.
    4. Bewust gedrag ten aanzien van ons ecosysteem: voelen zich betrokken bij het behoud van onze planeet.
    5. Informatiedeskundigheid: voelen zich betrokken bij het zorgvuldig gebruik van informatie(stromen).
    6. Duurzame samenwerking: voelen zich betrokken bij duurzame organisaties.


    Ontwikkelingslijnen projecten:

    • Kennislijnen (op hoofdindeling, verder onderverdeeld in kennisdomeinen, verdeeld over honderden 'stenen' van kennis):
      • Mens en Gezondheid;
      • Mens en Natuur;
      • Mens en Omgeving;
      • Mens en Product;
      • Mens en Maatschappij.
    • Competentielijnen (op hoofdindeling, verder onderverdeeld in 21 vaardigheden, verdeeld in tientallen ‘stappers’ van vaardigheden):
      • Samenwerken;
      • Zorgen;
      • Maken;
      • Onderzoeken;
      • Presenteren;
      • Leren;
      • Bewegen.
    • Individuele rekenlijnen
    • Individuele taallijnen


    Hierbij vind je ook ‘Wijzers’ naar materialen en ‘Bronnen’.

    Onderwijstijd en rooster

    We hanteren op Klein Amsterdam een ‘vijf gelijke dagen model’ waarin de kinderen van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 14.30 uur naar school gaan, met een minimaal aantal onderwijsuren van gemiddeld 940 uren per leerjaar (910 per jaar in leerjaren 1 tot en met 4; 970 per jaar in leerjaren 5 tot en met 8). 

    WatWanneerWie
    Lezen in stilte
    Bewegen of Stilstaan

    Start (8.30 - 9.00) en einde dag (14.15 - 14.30)

    Groepsleerkracht met basisgroep

    Taal

    Rekenen
    9.00 - 10.00Groepsleerkracht, Onderwijsassistent, Gespecialiseerde leerkracht met basisgroepen die zijn ingedeeld in diverse leergroepen
    Tussendoor: Eten en Spelen (buiten)10.00 - 10.30Groepsleerkracht, Onderwijsassistent met basisgroep
    Taal en Rekenen in combinatie met project (incl. ateliers, kunsten, techniek, e.d.)11.00 - 12.00Groepsleerkracht, Onderwijsassistent, Vakleerkracht, Vakspecialist met basisgroep
    Lunch, in combinatie met taal, stilstaan of muziek12.00 - 12.30Groepsleerkracht en mentor (of Onderwijsassistent) met stamgroep
    Spel en Sport buiten

    12.30 - 13.00

    (pauzemoment voor groepsleerkrachten)
    Vakleerkracht (tevens Pedagogisch medewerker buitenschoolse opvang) met diverse basisgroepen
    Project, o.a. in ateliers (kunsten, techniek, e.d.) en in combinatie met basisvaardigheden13.00 - 14.15Vakleerkracht (tevens Pedagogisch medewerker buitenschoolse opvang), Groepsleerkracht (plus evt. onderwijsassistent) met een of meerdere basisgroepen (al dan niet gemengde leeftijden)
    Bewegen & Stilstaan14.15 - 14.30Groepsleerkracht, Onderwijsassistent met basisgroep

    Bewegen en stilstaan

    Een wandeling, een yogasessie, mindfulness, dansen, presenteren, werken in de moestuin, muziek maken of bijvoorbeeld voetballen, allemaal activiteiten die kunnen zorgen voor een leeg hoofd, reflectie, concentratie en zelfbewustzijn. De activiteit wordt in het rooster per dag en per groep bepaald.

    taal en rekenen

    Taal en rekenen zijn voorwaardelijke vaardigheden. Deze heeft een kind ook nodig bij de kennis- en competentielijnen. Daarom zijn er leerdomeinen voor taal (zoals bijvoorbeeld woordenschat, begrijpend luisteren en lezen) en voor rekenen (zoals bijvoorbeeld meten en wegen) geïntegreerd in de projecten. De kinderen ervaren zo direct waarvoor taal- en rekenvaardigheden nodig zijn. Daarnaast zijn taal en rekenen ook aparte kernvakken waarin wij onze leerlingen lesgeven. Hiervoor gebruiken we op dit moment de methoden Staal, Novoskript (voor schrijven) en Getal en ruimte (voor rekenen). Wanneer de taal- en rekenlijnen voor alle leerjaren volledig zijn geïmplementeerd in Jeelo, dan bekijken wij hoe wij de methoden uitfaseren.

    Kunst van het spreken

    Op Klein Amsterdam hebben we veel aandacht voor lezen, schrijven én spreken. Om de kinderen hiermee goed op weg te helpen een gretige lezer, vlotte schrijver en welbespraakte spreker te worden.

    Door het spreken met elkaar te oefenen en toe te passen binnen school en door het spreken in de schoolcultuur een centrale plek te geven, maken kinderen het zich eigen en help je eenieder de eigen taal te vinden.

    Voor het ontwerp en de ontwikkeling van deze onderdelen van ons aanbod werken we nauw samen met vakspecialisten in Nederland (o.a. Stichting Taalvorming) en Engeland. We laten ons inspireren door de Engelse organisatie Voice21 op het gebied van spreek- en luistervaardigheden.